#Oostvaardersplassen B. Zuidema (oud districtsinspect LID) haalt snoeihard uit.


Bertus Zuidema, oud Districtsinspecteur van de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming.

Ik voel mij vanaf 2009 als oud Districtsinspecteur van de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming erg betrokken bij het dierendrama in de Oostvaardersplassen. Ik heb uw brief gelezen en ook van u moet ik horen dat de natuur in de Oostvaardersplassen zo uniek is en dat sterven van dieren nu eenmaal behoort bij het leven. Met het laatste zal nagenoeg iedereen het met u eens zijn, indien dat dieren betreft die zich in een zodanige VRIJE natuur bevinden welke uit zich zelf is ontstaan en niet in een zogenaamde natuur die kunstmatig, zoals de OVP, op theorie is gebaseerd en door mensenhanden is gecreëerd.

Het is een omheind gebied met zg gehouden wilde dieren die niet vrij rond en weg kunnen trekken en die hier ook niet op een natuurlijke wijze zijn gekomen. Ikzelf zie het meer als een gebied waarin de bedenker en ecoloog Vera, hierbij fors zogenaamd wetenschappelijk gesteund door Prof. Han Olff, van de RUG, zijn theorieën als een soort veredeld experiment aan het uitproberen is. Ook verwijst u vanwege het velvuldige sterven naar het rijk der vogels en weer een ander verwijst o.a. regelmatig naar de Serengetie in Afrika. Met deze argumenten weet men velen te overtuigen, echter bij een groot aantal mensen, die een meer realistische kijk op de zaak hebben, niet.

Zij zien niet alleen veel dierenleed, maar ook een gesloopt natuurlandschap van ongeveer 2000 ha (m.u.v. het moerasgebied van ongeveer 4000 ha waar de grazers, m.u.v. de herten op sommige plaatsen, niet kunnen komen), welke volledig in verval is geraakt, waar biodiversiteit eigenlijk niet meer aanwezig is en waar nagenoeg alles in een neergaande lijn terecht is gekomen. Daardoor worden de instandhoudingsdoelsoorten Natura 2000 bij lange na niet meer gehaald omdat de grote grazers het hele beweidbare gedeelte vanwege jarenlange overbevolking en honger volledig hebben gesloopt.

Het daar vroeger ingezaaide en hoofdzakelijk aanwezige Engelse raaigras, wat brandnetels, distels en bereklauw is eigenlijk nog de enige biodiversiteit die in het beweidbare gedeelte over is. Wel zie ik daar de laatste jaren snel uitbreidend Jacobs Kruiskruid en Zwarte Mosterd. Jacobs Kruiskruid is een ingevoerde plant en behoort niet tot de oernatuur van Nederland wat nagestreefd wordt en Zwarte Mosterd is vermoedelijk overgewaaid van de omliggende akkerbouwers die het vaak als groenbemesting gebruiken.

Het kan bijna niet anders dan SBB zelf het Jacobs Kruiskruid moet hebben geïntroduceerd, want bij de hoofdzakelijke westenwinden moet het pluiszaad van over het water van het Markermeer aankomen waaien en dat zie ik niet gebeuren. Van enige echte natuur kan al tijden niet meer worden gesproken. Bij het zien van deze chaos moet je ernstig twijfelen aan de deskundigheid van de bij dit experiment betrokken vaak hoogopgeleide ecologen in binnen- en buitenland. Wie zijn zij eigenlijk die dit maar steeds aan het ontkennen zijn en met allerlei charmeoffensieven dit prutswerk met daaraan vastgekoppeld het dierendrama trachten te rechtvaardigen.

Hoewel de realiteit hen aan alle kanten heeft ingehaald blijft men doorgaan met het verkondigen en uitvoeren van de Frans Vera theorieën. Ik en velen met mij, zien alleen maar achteruitgang en zien geen stukje vakwerk wat je van dit soort hoogopgeleide mensen mag verwachten. Dat is dan ook de reden dat ik die gemanipuleerde film, De Nieuwe Wildernis, niet wens te zien, omdat ik ter plekke heel andere constateringen heb gedaan. Na 2 jaar bezoeken te hebben gebracht aan die rotzooi had ik het wel gezien en hoefde ik daar in eerste instantie eigenlijk niet meer naartoe. Ik werd er een beetje misselijk van. Later ben ik hier toch maar weer op teruggekomen.

Ik heb in 16 Jaar tijd veel dierenwelzijnservaring opgedaan bij de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming en ook op het gebied van natuurbeheer ben ik erg geïnteresseerd en heb mij daarin goed ontwikkeld. U bent bioloog, maar heeft u ook (voldoende) kennis op het gebied van dierenwelzijn in al zijn facetten ? Zijn uw conclusies aangaande de OVP gestoeld op eigen waarnemingen en kennis of heeft u ook zich laten leiden door de vaak niet kloppende argumenten van Staatsbosbeheer (SBB) en andere zogenaamde wetenschappers. Het is namelijk een beetje van deze tijd om ook op dit gebied modern en vooruitstrevend (lekker onrealistisch alternatief groen) te doen niet zelden met alle gevolgen van dien.
Stuitend is het om te horen dat er nog mensen zijn die durven te beweren dat de OVP er mooi uitziet.

Ik ben het helemaal niet mee eens met veel van deze lieden met hun stellingen/argumenten en vooral hun inhumane gebruik van de voor de OVP en voor hun doel volledig ongeschikte grote grazers. Ook mag dierenleed, wat s’ winters in de OVP aan de orde van de dag is, naar mijn mening en naar de mening van velen, nooit de prijs zijn om enig doel te bereiken. Dit is ook wat veel mensen die ECHT om dieren geven, tegen de borst stuit. Die mensen hebben daar last van en willen dit gewoonweg niet. Waarom hier geen rekening mee wordt gehouden is mij een raadsel.

Het leed en sterfte wat die dieren daarmee wordt aangedaan is buiten proportioneel en staat niet verhouding met hetgeen men daar wil bereiken op het gebied van ecologisch natuurbeheer (spoor A), wat ook nog eens tegen beter weten in aanwijsbaar aan alle kanten aan het mislukken is. Het (vroeg)reactief-beheer houdt automatisch ALTIJD dierenleed in, werkt in mijn ogen totaal niet en past daar ook niet.

Het werkt dus alleen maar een hoop zinloos dierenleed in de hand en vanwege dit beheer is men mijlenver verwijderd geraakt van de beoogde doelstellingen, hetgeen tegen beter weten in steeds wordt ontkent. Voor een hoop mensen is proactief beheer met een beperkt aantal dieren wel accepteerbaar. Dit heeft niet alleen als voordeel dat er dan geen dierenleed meer is, men krijgt er ook een veel mooier stuk natuurgebied voor terug. Kijk maar eens naar het vergelijkbare Lauwersmeergebied met pro-actief beheer , wat ook uit zeeklei bestaat en waar alles qua biodiversiteit en vooral qua vogelbestand nog helemaal in tact is.

Ik denk dat zoiets voor Nederland het maximale haalbare is, wat ook maatschappelijk in bredere lijn kan worden geaccepteerd. Bij pro-actief beheer behoeven dieren ook niet te worden weggeschoten zoals de meeste mensen denken en beweren. Ze kunnen gewoon worden weggevangen en in andere gebieden worden uitgezet. Ik heb daar de nodige ervaring mee.
In de vogelwereld sterven volgens u al in het eerste levensjaar vele miljoenen vogels. Omdat dit een puur natuurlijk proces is, waar de mens verder geen invloed op heeft, kan en mag niemand daar enige moeite mee hebben. Hetzelfde geldt voor andere puur natuurlijke processen, waarin de natuur het in lengte van jaren (vaak honderdduizenden misschien wel miljoenen jaren) zo heeft geregeld en deze natuur daardoor volledig in elkaar past en (vaak) in evenwicht is. Deze natuur heeft dan ook gezorgd voor geschikte gebieden, voor migratie, voor predatoren, voor grote en kleine aaseters en voor diversiteit van de soorten dieren.

Als er in dergelijke gebieden, zoals b.v. in die vaak door ecologen aangehaalde Serengeti dieren doodgaan door droogte, verhongering of anderzijds, dan is dat een speling van de natuur en heeft niemand daar verder moeite mee. Dus die vergelijking van u naar het kunstmatige project in de OVP gaat bij mij niet op, omdat dit geen speling van de natuur is. Dit hele project is nog geen 30 jaar oud, door mensenhanden gemaakt en bedacht en kan daarom geen enkele vergelijking met de ECHTE natuur doorstaan.

Het is beslist geen natuurlijk proces. Om dit gebied is een hekwerk neergezet en zijn er ‘maar’ 3 soorten dieren in geplaatst. Volgens mij is er helemaal niet gekeken of het gebied wel geschikt was voor deze manier van beheer en of enkel 3 soorten graseters wel pasten in een dergelijk klein en vaak veel te nat gebied. Met ‘maar’ 3 soorten dieren kun je niet echt spreken van echte natuur. In de echte natuur heb je een veel grotere diversiteit van soorten dieren waar de predators en grote en kleine aaseters precies op elkaar aansluiten. Als een dergelijk cirkeltje rond is, dan kun je pas spreken van echte natuur.

Dit alles ontbreekt in de OVP. Dus zie ik hier geen echte natuur waar door SBB zo hoog van wordt opgegeven. De door Vera bedachte regulatie door voedselaanbod werkt ook niet. Er wordt daar duidelijk gereguleerd met het geweer en lijkt het in de afschotperiodes, waarin de dieren het extreem moeilijk hebben, soms net een ordinaire schiettent.

In velen hun optiek sterven de dieren door fatale verzwakking vanwege een onvoldoende vetreserve om de winterperiode te doorstaan. Ik weet niet of u dit voetstoots aanneemt van iemand of dat u zelf een veterinaire opleiding heeft gehad, maar ik heb het toch anders geleerd.
Ook wordt het zo langzamerhand een beetje vervelend en om moe van te worden om steeds maar weer die niet kloppende vergelijkingen met andere ECHTE natuurgebieden aan te moeten horen.

Het gebied is in mijn ogen totaal ongeschikt voor ecologisch natuurbeheer. (Spoor A) De zeeklei is veel te vruchtbaar, vaak veel te nat en heeft daardoor te vaak te weinig of geen draagkracht. Het beweidbare gedeelte (2000 ha) bestaat hoofdzakelijk uit gras (engels raaigras), wat daar in de tachtiger jaren door toenmalige gebruikers is ingezaaid. De contouren van de sloten, greppels en akkers zijn nog duidelijk zichtbaar in het beweidbare gedeelte waar die grote grazers verblijven. Dit kunstmatige gras is voor ecologisch beheer totaal ongeschikt en veel te voedzaam (VEM-gehalte 900 – 1000). (Prof. Han Olff bevestigt dit ook) Dit in de zomer wel overvloedige en veel te voedzame raaigras brengt de grazers in de zomer al snel in een dermate goede conditie en worden er, m.u.v. de jonge laat geboren dieren, ruim voldoende vetreserves aangelegd.

Laat geboren jonge opgroeiende dieren leggen van nature maar weinig vetreserves meer aan en zijn vaak kansloos voor de winter in gebieden waar niets meer is te eten. Zoals ik al zei is de OVP vanwege dit zeer voedzame gras ongeschikt voor natuurbeheer en in het bijzonder om de zogenaamde door Frans Vera, Hans Olff en andere zogenaamde (ecologische) deskundigen uitgevonden natuurlijke regulatie door voedselaanbod toe te passen. Ik begrijp niet, dat Vera en de andere hoogbegaafde ecologen, dit raaigras van tevoren niet hebben waargenomen. Ik zag het engelse raaigras gelijk vanaf de eerste keer dat ik in het gebied was.

De ieder voorjaar overlevende veelal uitgemergelde dieren die de winterperiodes ternauwernood hebben overleefd, komen in de zomerperiode vanwege het voedzame onnatuurlijke engelse raaigras al heel rap in een zodanige goede conditie dat nagenoeg alle vrouwelijke geslachtsrijpe dieren worden gedekt en de natuurlijke neergaande lijn van de regulatie, waar door SBB zo hoog van wordt opgegeven, teniet wordt gedaan. Veel van deze zogenaamde wilde dieren zijn vaak gemakkelijk benaderbaar (of komt dit door hun fysieke gesteldheid). Ik zie me dit bij een wilde gnoe, buffel of zebra niet doen.

Ook moet er op zo’n klein gebied met zoveel grote grazers inteelt zijn en is er bij de Koniks verstoring in het haremgedrag doordat er veel te veel hengsten zijn in verhouding tot de merries. Ook hier ontbreekt het aan het fundamentele waar u naar verwijst en zou er eens een diepgaand onderzoek moeten komen. Hengsten kunnen de barre winterse omstandigheden kennelijk beter doorstaan dan de drachtige merries en jonge dieren, die vaak het voorjaar niet halen. Namelijk bij drachtige dieren zal bij toename van de dracht en in het begin van de lactatie de energiebehoefte sterk toenemen.

kansloos. De gepromote vetvoorraad is bij deze drachtige dieren natuurlijk bij lange na niet voldoende. Dit verklaart vermoedelijk ook de afname van het aantal runderen en het aantal merries in tegenstelling tot het aantal hengsten. Het blijkt dat een gedeelte van de edelherten s’winters toch het moeras ingaan om te foerageren van de schrale vegetatie. Vanwege hun gewicht kunnen de runderen en de koniks dit niet. Dit is volgens mij dan ook de reden dat er veel meer herten zijn dan paarden en runderen.

Het interne natuurlijke gedrag van de paardachtige wijkt ook af van wat normaal is en wat in de echte natuurgebieden wordt gezien. Ook zie ik dat nagenoeg alle grazers in dit gebied chronisch verwaarloosd zijn. Dit wil zeggen dat bij deze dieren vanwege voedselgebrek de groei stil staat en dus niet tot volle uitgroei komen. Die 5 maanden groeistilstand in de vaak voedselloze winterperiode wordt in de zomerperioden niet meer ingehaald. Kennelijk ziet de ‘echte’ natuurliefhebber zoiets niet, want ik hoor daar nooit iets over.

Het aanleggen van vetreserves bij dieren is ook weer een natuurlijk proces, die de bedoeling heeft om het dier in de echte vrije natuur in barre winterse periodes een AANVULLING te geven op het dan meestal schrale echter wel aanwezige vegetatie, zoals dor gras, ruigte, takjes enz, met vaak een VEM-gehalte van 100 tot 200. Omdat in de OVP in de na-herfst nagenoeg alle vegetatie (ook het schrale) door overbevolking en vertrapping is verdwenen en de dieren niet naar hogere gebieden kunnen migreren (natuurlijk proces) moeten ze een nagenoeg voedsel loze periode van ongeveer 5 maanden zien te overbruggen.

Vooral, zoals ik al eerder aangaf, bij de toename van de dracht en in de periode van de lactatie na het afkalven en het werpen van veulens, zal de energiebehoefte enorm toenemen en is een stelling van SBB dat ook deze dieren ‘het maar even op hun vetvoorraad moeten doen’ belachelijk en grenst zoiets aan een kinderlijke gedachtengang. Ook wordt dit onnatuurlijke proces de dieren opgedrongen door mensenhanden door hekken te plaatsen.

Voedselonthouding van dergelijke lange periodes is abnormaal voor herbivoren en ziet men dit in de echte natuur alleen bij vleesetende dieren die een winterslaap houden.
Alweer geen natuurlijk proces en hetgeen hier in de OVP wordt toegepast is bedacht door mensen en niet door de natuur. Omdat het zichtbaar en tegen beter weten in niet werkt, hebben veel (meer realistische) mensen uit de samenleving, veel praktiserende dierenartsen, maar ook vele hoogleraren in de diergeneeskunde hier de grootste moeite mee ! Hier wordt echter maar weinig naar geluisterd omdat SBB zo langzamerhand de media en andere meelopers dermate heeft beïnvloed, dat tegenstanders nagenoeg niet aan het woord komen.

Steeds maakt SBB iedereen wijs, dat dieren niet lijden in de OVP. Ik weet niet wat uw opleiding is, maar ik als deskundige durf best te stellen dat SBB zich op grote schaal schuldig maakt aan ernstige dierenmishandeling-/kwelling. Omdat onnodig lijden moet worden voorkomen (ook al weer geen natuurlijk proces) dienen alle wegkwijnende dieren T I J D I G worden afgeschoten. Een wegkwijnend dier heeft reeds een lange periode van fysiek lijden achter de rug. In punt 18 van ICMO 2 staat letterlijk het volgende: Langdurig en onnodig lijden van de Grote Grazers is niet acceptabel en dient voorkomen te worden.

Tijdens een bezoek direct na de strenge winterperiode in februari 2012 vroeg ik tijdens een rondgang door het gebied aan boswachter Breeveld en de bij de OVP in dienst zijnde dierenarts Henk Lutten, hoe zij in vredesnaam het juiste moment van afschieten konden bepalen. Ik, als deskundige, kon dat namelijk maar slecht bepalen omdat alle dieren er schraal uitzagen en voorzien waren van een dikke ongezond uitziende vacht. Van hen kreeg ik het onthutsende antwoord, dat men dan pas tot afschot overgaat, indien de dieren van ellende in elkaar zakken, (dus Cahectisch zijn) de kuddes niet meer kunnen volgen of indien de dieren van ellende niet meer overeind kunnen komen.

Dit is puur terminaal gedrag en is een dergelijk dier reeds bezig om te sterven. De periode van vaak maanden honger/pijnlijden, benadelen van de gezondheid, benadelen van het welzijn is dan al voorbij en zijn ze in de door SBB fase 1 of 2 aangekomen. In deze fases zijn de dieren versuft en zoals u het goed weergeeft in tranche. Ook nemen ze dan geen prikkels meer van buitenaf waar en zijn ze bezig zich over te geven aan de dood.

In die laatste levensfases gaan deze dieren ook geen beschutting mee
r zoeken en hebben die opgeworpen wallen eigenlijk ook geen zin. Eigenlijk hoef je ze in een dergelijke slechte toestand dan ook niet meer af te schieten omdat ze stervende zijn en de dood zeer spoedig zal intreden.

M.a.w. SBB maakt zich op grote schaal schuldig aan het zeer ernstig laten lijden van ingebrachte en opgesloten dieren die hun zogenaamde natuurlijk gedrag niet kunnen vertonen, door ze in een veel te laat stadium af te schieten. Dit is ook tegen alle gemaakte afspraken in. Het erge is echter dat ook nu weer dat SBB, maar ook de Partij voor (tegen) de Dieren in hun uitleg over de OVP, iedereen wijs maakt dat de dieren in de OVP tijdig worden afgeschoten en dus niet lijden.

Eigenlijk kun je zondermeer stellen dat ALLE grote grazers, geen enkele grazer uitgezonderd, dus ook de dieren die het voorjaar WEL hebben gehaald, op een ernstige ontoelaatbare wijze kou, natte, honger en dorst hebben geleden, daardoor ernstig hebben geleden, tevens ernstig in hun welzijn zijn aangetast en dus conform punt 18 ICMO 2 afgeschoten hadden moeten worden. Tot nu toe heeft men alleen die dieren afgeschoten die vanwege zwakheid door de poten gingen, vanwege zwakte niet meer overeind konden komen en dieren die vanwege zwakheid de kudde niet meer konden volgen.

Wat minstens zo erg met het experimenteel uithongeren van die dieren is, dat wanneer ze in een slechte lichamelijke conditie geraken, hun vacht en ondervacht eveneens in een slechte conditie geraken. Die dieren kunnen bij slechte weersomstandigheden, zoals barre vrieskou, hun lichaamstemperatuur eigenlijk niet meer op peil houden en lijden daardoor ernstige kou. Hun slechte vacht geeft op lange na niet meer die bescherming die voor een dergelijk dier onder dergelijke koude en vooral natte omstandigheden nodig is.

Bij natte weersomstandigheden, zoals regen, ijzel en (natte) sneeuw, worden ze nat tot op de huid en verkleumen ze gewoon, omdat ook de vetachtige ondervacht niet meer functioneert.
Ook is er voor deze dieren geen overlevingskans als ze in het water terecht komen of als ze door het ijs zakken. Als ze al niet verdrinken dan zullen ze binnen een dag aan onderkoeling doodgaan als ze de wal toch weten te bereiken. Deze onderkoeling is een erge vorm van lijden en is in de OVP in de winter aan de orde van de dag.

Veel dieren gaan namelijk , gedreven door honger en dorst, toch vaak het ijs op. Eigenlijk moet je ze dan direct afschieten, hetgeen niet gebeurt. Bij voldoende beschikbaar schraal voedsel zoals in de overige natuurgebieden in Nederland speelt dit kou lijden beslist niet en tref je nagenoeg nooit uitgehongerde dode dieren, zoals b.v. reeën, aan. In de reguliere veehouderij zie je onder winterse omstandigheden dat paarden en runderen bijna een keer zoveel ruwvoer nodig hebben dan in de zomer om het ‘kacheltje’ warm te houden.

Ook zie ik daar in de OVP in de winterperiodes bij vorst en veel sneeuw geen water voor de dieren. In dit gebied mis je welwater, wat je in de veengebieden van de hogere zandgronden wel tegenkomt. Alle dieren zijn daarom genoodzaakt om sneeuw tot zich te nemen of moeten overgaan tot het likken van de ijsvloer. Dit kost de dieren, die het toch al erg slecht hebben, bijzonder veel energie.

Vooral in deze winterperiodes ontstaat door verhongering en vertrapping op grote schaal bijzonder veel schade aan het gebied en met name aan de biodiversiteit en het grondleven, zoals wormen, kevers e.d. Het gebied geeft dan een bijzondere trieste gesloopte aanblik en dit beeld komt beslist niet overeen met beelden die SBB en de onlangs uitgebrachte film De Nieuwe Wildernis naar buiten brengen.

Enthousiasme van Vera, Olff, de filmmakers en andere uitbundige figuren, kan ik met de beste wil van de wereld niet volgen en nog meer niet begrijpen. Je bent toch niet blind, je ziet toch ook dat alles naar de Filistijnen is en dat het ieder jaar maar minder wordt. Wat drijft deze lieden om zo enthousiast door te gaan en net doen of hier niets aan de hand is. Is het de grote afgang naar iedereen die ze van tevoren zo warm en enthousiast hebben gemaakt, zien ze hun baantje in gevaar of zijn er andere belangen. Ik zou het graag willen weten.

En dan die zogenaamde ‘doorgang’ naar de Veluwe. Hoe kun je zoiets onrealistisch bedenken in het ‘grootste land’ met de ‘dunste’ bevolking ter wereld. Ikzelf denk dat ze daar op de Veluwe ook niet op loslopende paarden en koeien zitten te wachten.

Vol ongeloof zit ik soms te kijken naar filmpjes op You Tube of uitzendingen van de Vara. Deze omroep werkt volop mee aan het charmeoffensief van SBB. Dat men zoiets doet is nog daaraan toe, maar dat men daar constant (bekende) mensen en interviewers/verslaggevers in beeld heeft, die van toeten nog blazen weten, bevreemd mij ten zeerste. Vaak kraamt men maar wat uit en bijna altijd wordt het evangelie van Vera en Olff verkondigt, terwijl je op beeld kan zien dat alles in de kreukels ligt.

Waarom doen deze mensen dit. Bij mensen die verstand van zaken hebben ga je toch af als een gieter. Ik begrijp niet dat men zoiets zelf niet door heeft. Ik krijg jeuk als ik zo’n interviewer van de Vara , zogenaamd deskundig, hoor praten met kennelijk ingehuurde BN’ ers zoals b.v. Sacha de Boer, André Kuipers, Humberto Tan en Prinses Irene. Diep zielig zoveel onkunde en onbenul. Dat je op deze manier een aftandse zooi in de etalage moet zetten begrijp ik niet en zal het ook nooit begrijpen.

Sorry.
Als ik zo’n overdreven bevlogen figuur als Ruben Smit (maker van De Nieuwe Wildernis) op You Tube op zijn ellebogen in de drek zie liggen, krijg ik wederom jeuk. Waarom moet dit zo. Ook hij wil de niet kloppende theorieën van Vera en Olff in deze belachelijke houding altijd maar al te graag uitdragen en houdt hij een totaal niet kloppend verhaal over de bomengroei zoals de betrokken ecologen dat voor de toekomst zien in de OVP. Hij weet te vertellen dat er t.z.t. mei- en sleedoorn zullen komen, welke het achterliggende gebied met daarin eik- en beukengroei, zullen beschermen tegen de vraatzucht van de grote grazers.

Wat een lulkoek. Hoe die doornachtigen daar komen verteld hij niet. Ook dit zijn weer van die fabeltjes die hij vele mensen wijs kan maken, behalve mij, want hoe wil je daar die doornachtige begroeiing zodanig van nature laten groeien dat de grazers er niet meer doorheen kunnen. Zonder mensenhanden zal dit niet lukken. En dan het nepverhaal over de eik en de beuk. Die groeien alleen maar op hogere zandgronden en beslist niet van nature op zeeklei. Rij maar eens over de kleigronden van Zeeland, Friesland en Groningen. Daar groeien op enkele bij grote boerderijen door mensen geplante eiken en beuken, niet van dit soort bomen.

Nu wordt er weer beweerd dat de populatie dieren aan het afnemen is. In 2000 kon je dit al lezen in de rapportages van SBB, in 2008 kom ik het tegen en nu lees ik het weer. Wat is het nou.

In de rapportages van SBB kun je lezen dat in het jaar 2000 ongeveer 2000 dieren aanwezig waren. In een tabel zie ik dat er in het jaar 2012 geen daling was te bespeuren maar dat er inmiddels ongeveer 4200 dieren zouden zijn. Ik schrijf zouden zijn, want ik heb ook vaak hogere getallen gezien. Wat ik echter niet begrijp dat er na de dalingen van 2000 en 2008 toch steeds sprake is van behoorlijke aanwas van de aantallen, waarbij ook nog eens rekening moet worden gehouden dat er in die perioden van 2000 t/m 2012 misschien wel 10.000 dieren om het leven zijn gekomen. Hoewel dit een schatting is denk ik dat dit nog erg bescheiden is want: Volgens de cijfers van SBB zijn er in de afgelopen winterperiodes de volgende aantallen dieren omgekomen/afgeschoten:
Winter van 2008-2009 totaal 1200 dode dieren;
Winter van 2009-2010 totaal 1093 dode dieren;
Winter van 2010-2011 totaal 750 dode dieren;
Winter van 2011-2012 totaal 1490 dode dieren;
Winter van 2012-2013 totaal meer dan 2000 dode dieren (t/m half mei).

In totaal heb ik het hier over een onvoorstelbare schandalige bulk van ongeveer 6500 dode dieren in 5 winterperiodes. Zoveel dode dieren mogen in een beschaafd en ontwikkeld land toch nimmer de consequentie zijn om (een niet kloppend) ecologisch natuurbeheer toe te passen. Ik ben trouwens ook van mening dat dit ook niet kan als er sprake is van wel goed meesterschap.
In 2010 liepen er volgens de statistieken ongeveer 4200 dieren. Nu (2013) lopen er ongeveer 3300 dieren. Dat is een daling van ongeveer 1100 dieren.

Dit zegt echter helemaal niets omdat er vanaf 2010 in goed 3 jaar tijd 4250 dieren zijn gestorven/weggeschoten. M.a.w. hier wordt duidelijk gereguleerd met het geweer en wordt men met een gefingeerde derde daling weer op het verkeerde been gezet. Komt bij dat SBB alle cijfertjes zelf in beheer heeft en iedereen maar wat wijs kan maken. Ik geloof SBB niet meer zo, omdat ze vaker onwaarheden uit de kast trekken om hun verderfelijke handelen naar die onschuldige dieren en naar een verpest stuk natuurgebied , kortom hun falen, te rechtvaardigen.

Zo heb ik in 2012 SBB gevraagd om sectierapporten van alleen terminaal geschoten dieren in te mogen zien. Hoewel mij dit is toegezegd, kreeg ik nagenoeg alleen rapporten onder ogen van allerlei afgeschoten en gestorven dieren die niet terminaal waren, (afgeschoten voor onderzoek besmettelijke dierziektes) alsmede ongevraagd een dertigtal bloedonderzoeken. Wel viel het mij op dat ik in alle door mij ingeziene sectie- en bloedrapporten waarnam dat alle onderzochte dieren op een ernstige wijze leden aan kopergebrek.

Hierbij geef ik een groot aantal minpunten en oorzaken waarom het experiment m.i. in de OVP niet loopt. Hierdoor is men inmiddels mijlenver verwijderd van de internationale doelstellingen en die van SBB:

1. Het terrein is volledig ongeschikt en ligt veel te laag;
2. Het terrein is te nat en te vruchtbaar;
3. De vruchtbare zeeklei heeft kennelijk te weinig mineralen, want veel dieren blijken na sectie te lijden aan ernstig kopergebrek;
4. Geen migratie mogelijk;
5. Geen natuurlijke vijanden of te wel predatoren;
6. Geen grote aaseters, terwijl er ieder jaar gemiddeld zo’n 200 tot 300 ton aan destructiemateriaal is; (Dat zijn omgerekend ongeveer 7 tot 10 bietenauto’s vol kadavers)
7. Daardoor ernstig gevaar voor besmetting van myasis voor grote gebieden in Nederland bij stijging van temperaturen;
8. Zeer ernstige overlast door overbevolking van het vossenbestand die buiten de OVP terechtkomen en een ware plaag kunnen vormen voor de reguliere pluimveehouderij in de polder en de steden Almere en Lelystad.
9. Zeer ernstige overlast van tienduizenden ganzen vanuit de OVP voor midden en west-Nederland, waaronder Schiphol. (afstand maar ong. 40 km luchtbreed) Na de rui en als het gras en het riet te lang worden verlaten de ganzen de OVP en ‘bevoorraden’ ze de gebieden rondom het IJsselmeer en Markermeer vermoedelijk op grote schaal. Hier moet onderzoek naar komen. Het zal toch vreemd zijn indien de ene overheidsinstelling, SBB, met hun OVP zorgt voor zoveel ganzen en dat een andere overheidsinstantie, zoals de provincie Noord-Holland, vanwege de vliegveiligheid op Schiphol duizenden van deze dieren moet vergassen.
10. Ernstig verspreidingsgevaar Jacobs Kruiskruid. De OVP staat op plekken vol met dit voor de reguliere vee- en paardenhouderij dodelijke gele kruid. Verspreiding door de wind.
11. Door overbevolking van de TE zware en TE grote grazers zeer ernstige aantasting/vernieling/beschadiging van het beweidbare zogenaamde natuurgebied in natte periodes.
11a. Omdat door overmatige aanvraat van de rietgroei door ganzen en herten ook het moerasgedeelte schade oploopt en ook daar de vogelstand achteruit loopt, moet er zelfs een reset van de waterstand komen. Ook hier is dus de zaak aan het mislukken en moet er met deze ‘reset’ ingegrepen worden door mensenhanden. (alweer geen natuurlijk proces)
12. Aantasting/vernieling/beschadiging door aanvraat en schillen op zeer grote schaal van nagenoeg alle bomen, struiken en struweel.
13. Zelf bedachte gehanteerde regulatie werkt totaal niet. Kennelijk komt dit door de uitbundige groei in de zomerperiode van het veel te voedzame en voor dit doel zeer ongeschikte engelse raaigras; s’ Zomers een te veel aan voedsel en s’ winters een ernstig tekort aan voedsel. Op de één of andere manier werkt daardoor de natuurlijke regulatie in het geheel niet en breiden ondanks het vele afschieten en verhongeren de aantallen dieren ieder jaar maar weer uit. Ra ra hoe kan dit ?
14. De laatste telling geeft een lichte daling van de populatie, omdat er in 3 jaar tijd ruim 4200 dieren zijn afgeschoten/gestorven; (duidelijke regulatie met het geweer, s’ winters gewoon een ordinaire schiettent)
15. Vanwege overbevolking behoorlijke achteruitgang van vele broedvogelsoorten; (muv ganzen)
16. Vanwege overbevolking desastreuse afsterving en verdwijning van diverse boom-/ struiksoorten en ander struweel, waardoor:
17. Geen enkele kans op aanwas en desastreuse afsterving en verdwijning van vele plantensoorten;
18. Dus door overbevolking aanzienlijke schade aan biodiversiteit en legsels van vogels;
19. Het wegvreten van nagenoeg alle beginnende plantengroei (met de ganzen), waardoor broedvogels niet of te laat beginnen nestelen (ook weer behalve de ganzen natuurlijk);
20. Het muizen- en mollenbestand is helemaal weg vanwege de constante vertrapping van de bodem, waardoor het roofvogelbestand enorm achteruit is gegaan; Volgens de laatste telling nog maar 3 blauwe kiekendieven, 2 vrouwtjes en een mannetje, die al 3 jaar geen eieren meer hebben gelegd ! Dit zegt volgens mij genoeg. (telling uitgevoerd door een speciale organisatie ter bescherming van Kiekendieven uit Groningen)
21. Het hongerlijden en het doodgaan in de OVP is geen natuurlijk proces; Dit is door Vera bedacht en zomaar eventjes in de praktijk gebracht zonder dat er ook één keer proef is gedraaid;
22. Eigenlijk is de situatie hopeloos als uitzichtloos in een gebied waarin de dynamiek totaal is verdwenen; Het gebied is op ‘sterven na dood’.
23. Ondraaglijk en uitzichtloos lijden wordt beslist niet voorkomen, omdat men in een veel te laat stadium afschiet. (fases 1 en 2); Indien punt 18 van ICMO 2 juist wordt nageleefd moeten alle dieren worden afgeschoten.
24. De menselijke invloed van vooral SBB is vanwege monitoren, afschieten, kadavers weghalen, film maken en vooral het aantal excursies is voor de veel gepromote rust veel en veel te hoog;
25. Daardoor totaal geen rust (waar men ook al weer zo hoog van opgeeft), voor de zogenaamde wilde dieren, die hun wilde inslag allang hebben verloren of nooit hebben gehad. Ze kunnen namelijk erg gemakkelijk worden benaderd;
26. Ook veel schade wordt toegebracht aan het gebied door de voertuigen, zoals de kadaver opruimvoertuigen en terreinauto’s van SBB in vooral natte perioden. Zij zijn veel te vaak en onnodig aanwezig in het gebied;
27. De grote schade aan de biodiversiteit is zeer nadelig voor het insectenbestand;
27a. Echter volgens Prof. Han Olff is het juist de verrijking (?) die leidt tot andere plantensoorten die minder aantrekkelijk zijn voor grazers.

28. SBB ontvangt ondanks de ernstige achteruitgang, grote EU-subsidies ter bevordering van die biodiversiteit om de aantrekkingskracht van de insecten te bevorderen. Dit is strijdig met het kinderlijke prutswerk wat daar afgeleverd wordt. Omdat er bijna geen bloemetje meer was te zien in de OVP, heeft SBB daarom kennelijk ter compensatie het zeer giftige en daardoor door de grazers niet gegeten Jacobs Kruiskruid en de Zwarte Mosterd in het gebied ingebracht.

28a. De laatste jaren wordt de OVP geel van het zeer giftige Jacobskruiskruid. Deze plant kwam hier van origine niet voor en hoort dus eigenlijk niet in dit stuk zogenaamde oer gebied. Deze plant is hier vroeger evenals b.v. de aardappelplant van overzee ‘ingevoerd’. SBB heeft deze plant vermoedelijk zelf ‘geïntroduceerd’, want ik zou niet weten hoe het daar anders moet zijn gekomen. Kennelijk heeft men dit gedaan omdat met de aanwezigheid van deze hardnekkige en snel uitbreidende zeer giftige plant, het de verdwijning van de overige natuurlijke planten en bloemen door overbevolking en vertrapping maskeert. Wel gaat deze zeer snel woekerende plant zich zodanig uitbreiden dat het op grote schaal het toch wel sterke raaigras zal verdringen, waardoor de grazers in de toekomst nog minder te eten zullen hebben. Hierdoor zullen de gezondheids- en welzijnsproblemen voor de grote grazers alleen maar toenemen.

29. Men is zo vaak aanwezig in het gebied met hun voertuigen, dat bepaalde gedeelten van dit zogenaamde mooiste en uniekste natuurgebied van Nederland (volgens SBB) geasfalteerd moesten worden (?)

Samengevat moet ik helaas concluderen dat het hele gebeuren in de OVP niet getuigt van vakmanschap en dat wanneer een cijfer moet worden gegeven deze beslist zwaar onvoldoende is. Ik vind daarom ook dat men met onmiddellijke ingang moet stoppen met deze aanfluiting en vooral met die dierenmishandeling-/kwelling. Ik adviseer eventueel proactief beheer met een beperkt aantal dieren naar draagkracht. Het allerbeste zou zijn om de hekken en grote grazers weg te halen en het hele gebied van de OVP terug te geven aan de natuur. Misschien komen dan een hoop vogels, die men met dit beleid heeft weggejaagd, en de reeën terug en wordt het weer echte natuur.

Samengevat moet ik ook nog wel even opmerken aangaande een uitlating van Han Olff, dat de OVP BELACHELIJK vruchtbaar is en in de zomerperiodes 3x zoveel gras kan produceren als normaal, haaks staat op de bewering van Frans Vera die beweert dat de Grote Grazers zichzelf reguleren aan de hand van het voedselaanbod en dat deze regulatie inmiddels is ingetreden. Dit snap ik niet helemaal.

Ook moet Olff eens ophouden met die verwijzing en vergelijking naar de intensieve veehouderij, waarvan wij allemaal ook wel weten dat daar ook veel dieren inhumaan worden behandeld, terwijl zijn eigen dieren vanwege voedselonthouding in de winter (zeer) ernstig lijden en sterven. Hij denkt zelf dat de grote grazers in de OVP de gelukkigste dieren zijn op aard.

Nou, ik denk van niet, want het allerbelangrijkste voor ALLE herbivoren is, of ze nu in de vrije natuur lopen, of in de wei of opgesloten in een stal of hok: Er is voor al die dieren maar één ding belangrijk en dat is iedere dag genoeg te eten en te drinken. Het is een gedachtengang van de mens die denkt dat een dier gelukkiger is in de vrije natuur of in de wei. Ik ben er als beroepsinspecteur in al die jaren wel achter gekomen dat eten en drinken voor dieren het allerbelangrijkste is en het hun eigenlijk niet zoveel uitmaakt waar ze verblijven.

Daarentegen is het afkeuringswaardig als dieren vaak in grote getalen op plaatsen worden gehouden waar geen licht is, waar de huisvesting slecht en onhygiënisch is en waar de infectiedruk hoog is. M.I. is dit net zo slecht als het houden van Grote Grazers in de OVP die zeker 5 maanden per jaar in de kou en natte een voedselloze periode van 4 tot 5 maanden moeten zien te overbruggen. Daar worden die dieren zeker niet ‘blij en gelukkig’ van.

Bertus Zuidema, oud Districtsinspecteur van de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming.

Reply · Report Post