@dijkshoorn Ik heb ook eens iets over Nespresso geschreven, komt ie:


Mijn gevoelens jegens koffie zijn van jongs af aan nogal ambivalent geweest. Een bekend koffiemerk, ik ben vergeten of het Douwe Egberts of Van Nelle was, voerde in mijn jeugd de op lijzige toon gezongen slogan ‘Koffie die zich onderscheidt/ met ouderwetse kwaliteit’ . Kan geen kwaad, zou je zeggen, maar, wellicht door de verkeerd geplaatste klemtoon, hoorde ik er altijd ‘koffie die zich ónderschijt’ in.
Dat kwam mijn associaties met het bruine vocht niet ten goede, en tegenwoordig hebben bovendien George Clooney. Een zelfingenomen kwezel, die elke dag kostbare tijd verspilt met het uitzoeken van zo’n neo-truttig, bij zijn stemming passend limited-edition-kuipje ‘Indira’, ‘Rosabaya’ of dergelijke flauwekul. ‘Gescheiden gebrande, gele en rode Bourbonkoffies, behandeld volgens de halfdroge methode waardoor de zachtheid van de suikers uit het plantenslijm (sic!)doordringt tot in de koffieboon, wat zorgt voor typische noten van rode-vruchtenmarmade, mout en ahornsiroop’ (ik heb hier geen woord van verzonnen, ga zelf maar kijken op die Nespresso-site, als u tenminste die bijgeleverde plens lauwe vanillevla-muzak kunt verdragen ) Laat die lul gewoon een strak bakkie pleur in zijn uitgestreken smoel gieten en overgaan tot de orde van de dag, zou je zeggen. Trouwens, als ik ‘rode-vruchtenmarmelade’ ‘mout’ of ‘ahornsiroop’ wou eten (qoud non), dan dééd ik dat wel : niet stiekem en besmuikt in mijn koffie, maar gewoon, met open vizier, voor het oog der natie, bij daglicht, met soeplepels tegelijk.
Toch moet ik, tot mijn schaamte, toegeven dat ook ík in de Nespresso-val getrapt ben. Voor dat geklooi en gepriegel met een échte espressomachine heb ik het geduld niet; doorloopkoffie bestaat alleen nog in amerikaanse ‘diners’ met hun waterslappe ‘endless refill’; aan zo’n guitige italiaanse diabolo brand je altijd je poten en die vieze, natte Senseo-pads doen voornamelijk denken aan te lang niet ververst maandverband .
In godsnaam Nespresso dan toch maar, al er zit iets sektarisch en arrogants in die geforceerde alleenheerschappij van aanstellerige pastelkleurige kuipjes, en ook schijnen de tropische regenwouden te lijden te hebben van mijn bescheiden ontbijtritueel. Als je je lege capsules terug brengt naar de winkel maak je op milieugebied trouwens al weer héél wat goed, zeggen ze. Ik koester op zich nogal wat argwaan jegens tropische regenwouden, want die zitten vol met vieze beesten en bovendien hebben we hier al regen genoeg. Maar ik ben de beroerdste niet, en bovendien woon ik toevallig bij zo’n koffiekuipjeskerk in de buurt. Daar staat koopkrachtig Amsterdam geduldig in de rij voor de zoetgetinte en -genaamde capsuletjes, ‘Volluto’, ‘Livanto’ ‘capriccio’ of ‘Arpeggio’ , op zachte, begripvolle toon te woord gestaan door een roedeltje véél te mooie jonge mensen, in koffiebruine pakjes, onder leiding van een ‘koffiesommelier’, voor wie dit woord zonder proesten uit zijn strot kan krijgen. Zelf bestel ik altijd stoer ‘een hele kist zwart’ waarop ik steevast de vraag krijg ‘of ik de ‘Ristretto’ bedoel’ Dan antwoord ik met tegenzin ‘ja’. Na gedane zaken (je krijgt de spullen mee in een tasje dat eruitziet alsof er satijnen ondergoed inzit, of een precieus frambozentaartje) gooi ik mijn afgewerkte koffiepatronen van vorige keer braaf in die recyclebak. Als ik eraan heb gedacht ze mee te nemen. En dat is bijna nooit.
Niemand zie ik trouwens ooit bij die bak. Ja, één keer. Een jonge, beeldschone vrouw op hoge laarzen, met een tas waar een flinke lap reptiel aan te pas was gekomen. Ze kwam voorrijden in zo’n levensgrote terreinwagen, en liet die half op de stoep stationair draaien. Binnen zocht ze op haar gemak een heleboel verschillende Vivaldi’s, Tramezzini, Fanfares en Brasilhao’s uit. Ze knoopte een praatje aan met de koffiesommelier, dronk een kopje, toen nog een kopje, en knabbelde wat aan een klein, nuffig koekje. Daarna liep ze naar de recyclebak, opende haar handkrokodil, trok er een plastic zakje uit met wat niet meer dan vijf of zes lege kuipjes geweest kunnen zijn, en wierp dat met een feestelijke glimlach in de bak.
Toen stapte ze weer in die nog steeds ronkende auto en spoot weg. Maar ach, ze bedoelde het vást goed.

Reply · Report Post