mennopot

Menno Pot · @mennopot

3rd Nov 2010 from Twitlonger

Ik ben niet welkom bij Keith Richards aan tafel: that's Life.

Lang ging ik ervan uit morgen, 4 november, naar Londen zou vliegen voor een gesprek met Keith Richards (The Rolling Stones) over zijn autobiografie Life, die wereldwijd op 26 oktober verscheen.

Dat gaat dus niet door. De uitgever van de Nederlandse vertaling van Life, A.W. Bruna, heeft me vorige week maandag (25 oktober) medegedeeld dat ik niet langer welkom ben.

Waarom niet? Omdat mijn collega (verdachte Gijsbert K.) het gewaagd had om al op zaterdag 23 oktober in de Volkskrant te schrijven dat Life een fantastisch boek is, dat elke muziekliefhebber zou moeten kopen.

Hier volgt een reconstructie van een malle affaire, niet bedoeld als klaagzang, maar als voorbeeld van de kolder en amateuristische knulligheid waarmee je als (pop)journalist soms te maken krijgt.

27 juli: Mail van Bruna: "Hallo Menno. Dit najaar geven wij de autobiografie uit van Keith Richards. Wij hebben de mogelijkheid om verzoeken in te dienen voor interviews in een nader te bepalen Europese stad, waarschijnlijk Berlijn of Parijs. Er is nog geen datum bepaald, maar het wordt waarschijnlijk september of begin oktober. Voor Nederland mogen we twee printinterviews voorstellen – naast één radio- en één televisie-interview, dus het is redelijk exclusief. Zou jij interesse hebben om dat voor de Volkskrant te doen?"

Ja, antwoord ik, noteer me maar en houd me op de hoogte!

10 september: Daar is Bruna weer: "Keith Richards zal op 9 en 10 november in Parijs zijn voor interviews. Jullie zijn ingedeeld op 9 november in een Round Table-interview met 5 andere buitenlandse journalisten. Kan jij mij laten weten of je hiermee akkoord bent zodat ik dit kan bevestigen aan het Amerikaanse bureau dat de organisatie doet?"

Hmm, jammer: het wordt een zogeheten 'round table'-gesprek. Dat zijn geen echte interviews, maar veredelde persconferenties. Daar bedanken we bij de Volkskrant 99 van de 100 keer voor, tenzij het een artiest is die echt tot de buitencategorie hoort en alleen zo te spreken is.

Tot die categorie hoort Keith, dus ik stem toe. Uiteraard gaan we dan niet doen alsof het een echt interview was: ik denk eerder aan een soort reportage over die persdag, op de dagelijkse pagina met kunstnieuws.

30 september: Bruna geeft een kleine wijziging door: het wordt niet 9 of 10 november in Parijs, maar 4 november in Londen. Ook goed.

18 oktober: Bruna vraagt per mail of ik alvast een drukproef van de vertaling van Life wil ontvangen, zodat ik kan beginnen met lezen. Nou, graag. Dan moet ik wel even de als attachment bijgevoegde geheimhoudingsverklaring tekenen.

Een geheimhoudingsverklaring? Oppassen. Ik open het bestand en lees:

GEHEIMHOUDINGSVERKLARING

Geachte NAAM,

U hebt ons verzocht u in het bezit te stellen van het manuscript van Life, de autobiografie van Keith Richards. Op verzoek van de rechthebbenden moet de inhoud hiervan als vertrouwelijk worden beschouwd tot de dag van internationale publicatie, 26 oktober 2010.

Wij verzoeken u te bevestigen, middels ondertekening van deze verklaring, dat u op geen enkele wijze zonder toestemming van de uitgever de betreffende de inhoud openbaar zal maken dan wel doorspelen aan of bespreken met derden vóór de genoemde datum. Indien de tekst door uw toedoen toch in de openbaarheid verschijnt voor de genoemde datum stelt A.W. Bruna Uitgevers B.V. u verantwoordelijk voor de geleden schade, en houden wij ons het recht voor de door A.W. Bruna geleden schade alsmede de schade die het toebrengt aan de internationale uitgevers van Life op u te verhalen.

De ondertekende verklaring kunt u aan A.W. Bruna Uitgevers B.V. faxen of per post retourneren.

Met beleefde groet,
A.W. Bruna Uitgevers B.V.

Naam en voornamen: ………………………
Voor akkoord: ………………………
Datum: ………………………

In de geheimhoudingsverklaring staat nergens 'de Volkskrant', valt me op. Ik moet alleen mijn eigen naam invullen en dus kennelijk op persoonlijke titel verklaren dat ik de drukproef voor mezelf zal houden en er voor 26 oktober niet over zal publiceren.

Dat wil ik best beloven, want ik was toch niets anders van plan. Ik spreek Keith pas op 4 november, dus mijn stuk verschijnt op zijn vroegst op de 5e. Ik was niet van plan een boekbespreking te schrijven: daarvoor heeft mijn collega Gijsbert zich al bij het boekenkatern gemeld, maar ik wil Bruna best beloven dat ik mijn drukproef niet aan Gijsbert of iemand anders zal doorspelen. Ik lees namelijk graag, maar niet snel: ik zal mijn tijd nodig hebben.

Ik teken de overeenkomst en stuur hem naar Bruna. De dagen daarna wordt de drukproef maar niet bezorgd. Vervelend, waar blijft dat ding?

21 oktober, ochtend: Mail van Bruna. Urgent! Of ik zo snel mogelijk wil bellen. Wat blijkt? Die ochtend heeft iemand van het boekenkatern van de Volkskrant naar Bruna gebeld, om te vragen naar de naam van de Nederlandse vertaler van Life, want die wilden ze onder de boekbespreking zetten in de krant van 23 oktober.

Boekbespreking in de Volkskrant van 23 oktober!? Als die bespreking wordt geplaatst, zo krijg ik te horen, komt Bruna in moeilijkheden met het Stones-management. De Volkskrant riskeert ook een proces en in elk geval is de sanctie dat ik kan fluiten naar mijn round table-gesprek met Keith.

Ik wist nog niet eens dat die boekrecensie al op komst was. Kennelijk is collega Gijsbert erin geslaagd het boek vroeg te bemachtigen, te lezen (Gijsbert leest wél snel) en er een stuk over te schrijven. Goeie zaak voor de krant. Mooi zo. Mijn drukproef heeft hij overigens niet gelezen; die heb ik zelf nog niet eens.

Ik bel de krant en daarna Gijsbert. Wat blijkt? Hij heeft een boekhandel gebeld en gevraagd of zij het boek al geleverd hadden gekregen. Jazeker, dat hadden ze: een voorraadje Amerikaanse importexemplaren. Tot Gijsberts verbazing bleek een vriendendienst onder de toonbank niet nodig: men verkocht ze al gewoon ("schijnt niet te mogen, maar ik doe het toch"). Gijsbert rekende een exemplaar af (hij was niet eens de eerste koper) en sloeg aan het lezen.

Ik overleg met de krant. We zijn het snel eens: natúúrlijk gaan we de boekbespreking niet schrappen om mijn bezoekje aan Keiths veredelde persconferentie te redden. We hebben niets illegaals gedaan en bovendien: als eerste een boekbespreking hebben, is belangrijker dan dat round table-gesprek. Gijsbert heeft gewoon een Amerikaans exemplaar (geen Bruna-uitgave) in de winkel gekocht, heeft daar een keurige kassabon van en hij heeft ook geen overeenkomst getekend, laat staan dat er namens de Volkskrant iets getekend is, door wie ook.

Even later blijkt Bruna daar heel anders over te denken. Embargo is embargo, de Volkskrant heeft dat geschonden en dus zal ik worden geschrapt van het interviewschema. Niet omdat Bruna nou zo boos op ons is, men verwijt ons feitelijk niets, maar ja: dat Stones-management is nu eenmaal keihard.

"Heb je het management dan al uitgelegd dat je ons niets verwijt?" vraag ik.

Nee, dat niet, maar hun wil is wet, zegt de Bruna-medewerker stoïcijns.

"Dan word ik dus niet door het Stones-management geweerd, maar door Bruna," zeg ik. "Trek het dan naar jezelf toe, en wees zo mans om te erkennen dat Bruna deze maatregel treft."

Geen concreet antwoord. Embargo is embargo.

"Ook voor mensen die niets getekend hebben?"

Ja. Ook voor mensen die niets getekend hebben.

21 oktober, middag: Ik haal de post uit mijn brievenbus. Opnieuw geen drukproef. Ik realiseer me dat Bruna misschien denkt dat ik Gijsbert mijn drukproef heb gegeven en besluit dat even uit de weg te ruimen. Even bellen.

"Nog niet ontvangen?" vraagt de medewerker. "Wat raar. Maar wees gerust: ik denk niet dat jij die drukproef hebt doorgespeeld. Ik geloof je."

"Is die drukproef trouwens wel aangetekend verstuurd?" vraag ik.

Nee, niet aangetekend: het is een gewoon postpakketje.

Dat vind ik op zichzelf al vreemd: een boek dat (kennelijk) zó supergeheim is dat er geheimhoudingsverklaringen aan te pas moeten komen, wordt gewoon op de post gegooid, overgedragen aan een postbedrijf waar het dezer dagen een dusdanige chaos is dat de kranten ervan vol staan. Keith en zijn managers moesten eens weten.

21 oktober, avond: Telefoontje van de krant. De directeur van Bruna heeft de Volkskrant gebeld in een ultieme poging Gijsberts boekbespreking tegen te houden (te laat, want het zaterdagkatern gaat donderdagmiddag naar de drukker).

Mij wordt verteld dat de directeur uitlegde dat plaatsing Bruna's hele promotiecampagne in de war zou sturen, want De Wereld Draait Door was een primeur toegezegd. Bovendien heeft medewerker Menno Pot zich akkoord verklaard met een embargo. De Volkskrant riskeert nu dat de schade op de krant verhaald zal gaan worden.

Ik spring uit mijn vel: die directeur moet maar fijn besluiten wat hij wil, maar hij moet niet over me liegen. Ten eerste zou ik (als freelancer, nota bene) nóóit iets tekenen namens de krant, maar alleen namens mezelf. En ten tweede gaat het dus allemaal om de bekende exclusiviteitseisen van DWDD! Daar komt de aap uit de mouw!

Ik heb geen mobiel telefoonnummer van de Bruna-directeur, dus ik stuur een boze e-mail. Strekking: "Had dat van DWDD dan meteen gezegd, dan had ik meteen kunnen vertellen dat we dáár dus niets mee te maken hebben. We laten ons niet in de wacht zetten omdat DWDD eerst mag. Wat is dit kinderachtig."

22 oktober, ochtend: Ik open mijn mailbox en zie dat de directeur van Bruna me nog diezelfde avond tot tweemaal toe zijn mobiele nummer heeft gemaild. "Wij zijn niet kinderachtig," schrijft hij. "Ik ben bereikbaar."

Ik bel hem. Aardige man. Niet onredelijk. Hij garandeert me dat de Volkskrant zijn telefoontje van gisteravond verkeerd heeft begrepen: Bruna heeft niemand een primeur beloofd, ook DWDD niet (in de dagen daarna hoor ik overigens andere verhalen). Wat hij dan wél bedoelde? Als de Volkskrant te vroeg publiceert, houden andere media zich ook niet meer aan het embargo, en dan kan Bruna, als Nederlandse verantwoordelijke, juridische problemen krijgen met Keiths management.

Ik geloof geen fluit van dat hele managementverhaal. Ik weet uit ervaring dat het Amerikaanse managers niets kan schelen wat er in dat onbeduidende Nederland gebeurt. Bovendien weten ze dat embargo's altijd geschonden worden: zo'n grote wereldwijde release houd je nooit geheim, er valt altijd wel ergens een doos van de vrachtwagen en ze hebben we iets beter te doen dan dweilen met de kraan open in een minuscuul landje als Nederland. Als Bruna mij op het interviewschema zet, is er geen haan die ernaar kraait, zeg ik tegen de directeur. Het is dus aan Bruna.

De directeur erkent dat door zijn medewerker misschien iets te klakkeloos tegen me gezegd is dat ik kan fluiten naar mijn plaatsje aan tafel bij Keith. Hij zegt ons best te begrijpen en belooft maandagochtend te zullen kijken wat hij nog voor ons kan rechtbreien.

Wat nou 'rechtbreien', denk ik bij mezelf, maar ik slik het in. Bruna en ik begrijpen elkaar weer een beetje, de deur naar Keith staat weer op een kier en deze directeur lijkt me geen kwaaie. Eerst maar eens weekend vieren.

25 oktober, ochtend: Mail van de Bruna-directeur: "Het management van Keith Richards is not amused (to put it mildly). You are out and not welcome. Sorry, maar het woord embargo is wat het is en dit zijn de consequenties."

Nou goed, dan niet. That's Life, zullen we maar zeggen, en zo belangrijk is het allemaal ook weer niet.

Toch kan ik het niet laten om nog één keer terug te mailen, want die ene zinsnede ("het woord embargo is wat het is") is te ironisch om onbeantwoord te laten: juist als we die geheimhoudingsverklaring letterlijk moeten nemen, is er niets aan de hand en zou ik fluitend naar Londen kunnen. Als je zo nodig restricties wilt opleggen, formuleer dan op zijn minst deugdelijk wat ze inhouden, en voor wie ze gelden.

Als Keith Richards en zijn management juridische stappen willen ondernemen vanwege het traumatische onrecht dat hen is aangedaan (drie dagen te vroeg vijf sterren in de Volkskrant) schat ik met mijn lekenverstand in dat er tegen drie partijen misschien iets te halen valt. Te weten:

1. de Amerikaanse distributeur die de verwijtbare fout maakte om de eerste partij boeken veel te vroeg richting Holland te verschepen;

2. de Nederlandse boekverkoper die die boeken alvast maar ging verkopen, ook al wist hij dat hij eigenlijk hoorde te wachten tot 26 oktober;

3. de Nederlandse uitgeverij Bruna, die ten eerste drukproeven van een ultrageheim boek onverzekerd op de post gooide (al liep dat goed af) en ten tweede meende geheimhouding te kunnen afdwingen met een rammelende, amateuristisch opgestelde geheimhoudingsverklaring, waarvan elk kind kan zien dat hij niet afdekt wat afgedekt moest worden.

Een hoop laakbaar prutswerk dus, van verschillende betrokken partijen, maar dat ze tegen de Volkskrant, Gijsbert K. en Menno P. domweg geen zaak hebben, begrijpt het Stones-management natuurlijk ook wel, mocht het ze überhaupt iets kunnen schelen (wat ik nog altijd betwijfel).

Wat resteert, is de morele kant van de zaak. Wie heeft in deze vertelling eerlijk en betrouwbaar gehandeld en wie niet? Ik laat die vraag maar aan de lezer over.

Geweldig boek trouwens, die Keith Richards-autobiografie, en wees gerust: het is 26 oktober geweest, je mag er openlijk over praten. Kopen dat boek. De Engelstalige versie, welteverstaan, want zoals je James Bond geen nagesynchroniseerd Duits wilt horen spreken, wil je Keith Richards' verhaal niet in het Nederlands lezen. Maar dat spreekt voor zich.

Reply · Report Post