Hoe ‘moorddadig’ kan men zijn? “PvdA op oorlogspad” http://www.telegraaf.nl/binnenland/7610299/__PvdA_op_oorlogspad__.html?sn=binnenland,buitenland

De PvdA gaat men zijn dik gesubsidieerde buitenparlementaire achterban een massale opstand organiseren tegen een verwachte coalitie van VVD, CDA en PVV.

Ze willen dit mogelijke rechtse kabinet in de problemen brengen door veel oppositie te voeren in samenhang met veel maatschappelijk verzet. Hiervoor passen ze hun geijkte methoden toe door in nauwe samenwerking de ‘sociale’ beweging, de milieubeweging, jongerenorganisaties etc., massaal mensen op de been brengen.

Hebben ze dan nog niets geleerd? Gaat de moorddadige geschiedenis tegen Pim Fortuyn zich herhalen?

-------------------------

Ter herinnering de inleiding uit mijn boek “Eco Nostra. Het netwerk achter Volkert van der Graaf”. 2003 pagina 9-10. http://www.bol.com/nl/p/nederlandse-boeken/eco-nostra/1001004001974863/index.html

Op maandagmiddag 6 mei 2002 omstreeks half vijf trek ik een uitstekende fles witte wijn open. Samen met vrienden en kennissen proost ik op het afsluiten van een onthullend onderzoek. Morgenochtend is het dan eindelijk zover: er verschijnt een artikel in een landelijk dagblad over een grote demonstratie tegen Pim Fortuyn op zaterdag 11 mei 2002. Het artikel zal het nodige teweeg brengen. De PvdA en GroenLinks blijken de demonstratie namelijk financieel te ondersteunen.

Dat is een schandalige zaak, omdat de gesubsidieerde actie betekent dat de keuze van veel kiezers wordt bestreden met hun eigen belastinggeld.

Het artikel zou in eerste instantie op zaterdag 4 mei verschijnen, maar de dienstdoende redacteuren van het dagblad hebben de avond daarvoor besloten het niet te plaatsen. Daar is niet iedereen het mee eens: enkele (kandidaat-) parlementariërs zijn over de komende publicatie op de hoog te gebracht en om commentaar gevraagd. Zij zijn zo geschokt door de onthullingen dat ze Kamer vragen in het vooruitzicht stellen. De onfrisse praktijken van hun linkse collega’s en het misbruik van subsidiegeld, moeten aan de kaak worden gesteld.

Op maandagochtend 6 mei beslist de redactie van het dagblad om het artikel alsnog de volgende ochtend te plaatsen. Nadat ik deze informatie heb ontvangen, stel ik de (kandidaat-) parlementariërs hier onmiddellijk van op de hoogte. Ook een andere krant gaat zich met de zaak bemoeien. Een van hun verslaggevers e-mailt mij op de ochtend van 6 mei: ‘Peter, weet je zeker dat de campagne zich rechtstreeks richt tegen Pim Fortuyn? Als dat zo is, moet er meteen grootschalig stennis worden gemaakt.’

Het is vijf uur. De laatste faxen en e-mails over de publicatie zijn de deur uit. Computer uit, rotzooi aan de kant en deur dicht. Op weg naar vrienden en kennissen om te filosoferen over hoe politiek en lezers zullen reageren.

Proost. Schenk nog maar eens in.

Het is inmiddels even na zessen als de verhitte discussie aan tafel wordt onderbroken door mijn mobiele telefoon. ‘Hallo met Siebelt.’
‘Pim Fortuyn is zojuist neergeschoten op het NOB-terrein in Hilversum,’
klinkt het aan de andere kant van de lijn. ‘Ik weet niet of hij nog leeft. Ik hou je op de hoogte.’ Einde gesprek.

Aan tafel is het doodstil geworden. Waarschijnlijk hebben ze van mijn gezicht kunnen lezen dat er iets vreselijks is gebeurd.

Nadat ik hen op de hoogte heb gebracht gaat iedereen ijlings naar huis om op tv of radio de verdere ontwikkelingen te volgen. De beelden zijn schokkend. Hulp mag niet meer baten: Fortuyn overlijdt aan zijn verwondingen.

Enigszins verdoofd zit ik twee uur later achter mijn bureau. Ik was er al bang voor. In het te publiceren artikel zou namelijk worden onthuld dat er aanwijzingen waren voor gewelddadigheden, en dat het LPF-partijbureau en Fortuyns woonhuis zullen worden bestormd door demonstranten. Het artikel zal nu uiteraard niet meer geplaatst worden.

Langzamerhand rijzen bij mij de volgende vragen: Zou de moord hebben plaatsgevonden indien het artikel op de zaterdag vóór de moord was geplaatst en voor de nodige consternatie in Nederland had gezorgd? Zou de moordenaar daardoor zijn daad hebben uitgesteld? Zou Pim Fortuyn daardoor zijn verkiezingsprogramma hebben gewijzigd? Zou hij dan nog hebben geleefd?

Al snel maken de vragen plaats voor een opwellende kwaadheid.
Aan de slag. Computer aan. Als persbericht met de kop ‘Kennedyaanse
toestanden’ verstuur ik nog diezelfde avond een aangepaste versie van het artikel aan de media en een aantal websites. Dan ontstaat het idee om nog verder in de wereld te duiken van de tegenstanders van Fortuyn. Ik zet mijn onderzoek, dat ik al voor 6 mei 2002 was begonnen, voort.

Reply · Report Post